7 vragen om anders om te gaan met problemen

Gepubliceerd op 5 december 2016 om 16:51

Het zijn niet de problemen zelf die het ons zo moeilijk maken, maar de manier waarop we tegen deze problemen aankijken. Het ABC van RET.

Volgens de Griekse wijsgeer Epictetus zijn het niet de problemen zelf die het ons zo moeilijk maken, maar de manier waarop we tegen deze problemen aankijken.

En ieder van ons heeft belemmerende en stimulerende overtuigingen, we zitten er vol mee. Wat zijn dat eigenlijk... overtuigingen? En hoe ontstaan ze?

Overtuigingen zijn gekoppeld aan je waarden als mens en zijn persoonsgebonden. Belangrijke waarden kunnen zijn: liefde, bezit, eenvoud, flexibiliteit, gehoorzaamheid, gezondheid, integriteit, kennis, macht, onafhankelijkheid, verbinding, schoonheid, succes, persoonlijke groei, toewijding en waardering.

 

Aan één waarde zijn meerdere overtuigingen verbonden.

Overtuigingen kunnen ontstaan door:

  • Je omgeving en culturele formattering: je neemt vaak over van wat je in je directe omgeving ziet. Het valt niet mee om een overtuiging te hebben die duidelijk afwijkt van wat je omgeving vindt.

  • Gebeurtenissen.

  • Kennis: kennis en inzicht kunnen je tot een bepaalde diepe overtuiging leiden.

  • Eerdere resultaten: heb je een keer iets succesvol gedaan, dan groeit de overtuiging dat je dat een volgende keer ook kunt.

Hoe vaker een ervaring of gebeurtenis zich herhaalt, hoe zekerder je bent van de overtuiging.  We kennen allemaal wel het Pavlov-effect: je hebt ooit een ervaring gehad in een bepaalde situatie en als je weer in eenzelfde soort situatie komt, gedraag je je hetzelfde als toen. Als je van huis uit de boodschap hebt meegekregen dat je een vak moet leren waar je goed geld mee verdient, is het lastig om jezelf toe te staan om vaker je hart te volgen.

 

Volgens Ellis, de grondlegger van RET, ontstaan problemen vooral door de manier waarop we aankijken tegen de gebeurtenissen die ons overkomen.

Bij de theorie van RET wordt gebruikgemaakt van de letters ABC. A staat voor aanleiding (oorzaak); B staat voor de bril waardoor je kijkt (overtuiging); C staat voor consequentie (het gevolg).

 

 

Ik vind het abc van RET een mooie manier om je van irrationele angsten en belemmerende overtuigingen te ontdoen. Een voorbeeld: een diep bedroefd gevoel na het overlijden van een naaste is een passende emotie. Maar een uitzinnige reactie bij het krijgen van een verkeersboete is meestal overdreven. Op het moment dat je belemmerende en niet effectieve emoties voelt opkomen bij gebeurtenissen vul onderstaand schema eens in en gebruik de bijbehorende vragenlijst.

 

Stel jezelf de volgende 7 vragen en schrijf die op papier: 

1. gebeurtenis of situatie: Wie, wat, wanneer, hoe, waar


2. wat voelde ik (stemming, fysiek): Benoem de stemming in één woord en geef een score aan de intensiteit (0-100%)

 

3. automatische gedachte / beeld: Wat ging er door mijn hoofd; wat zegt dit; wat betekent dit voor mij; welke beelden komen in mij op?

 

4. bewijzen vóór deze gedachte: Schrijf hier de bewijzen die deze gedachten ondersteunen.

 

5  bewijzen tegen deze gedachte: Welke bewijzen pleiten tegen deze gedachte. Zie vragenlijst.

 

6. alternatieve werkbaarder gedachte: welke alternatieve gedachten kun je nu genereren? Zie tips.

 

7. wat voel ik (stemming, fysiek): Scoor hier opnieuw de gevoelens uit vraag 2.

 

Vragenlijst behorende bij RET schema

Vraag 5:

  • heb ik ooit een ervaring gehad die aantoont dat deze gedachte niet altijd klopt?

  • Als mijn beste vriend(in) deze gedachte zou hebben, wat zou ik dan tegen hem/haar zeggen?

  • Als mijn beste vriend(in) zou weten dat ik deze gedachte heb, wat zou die dan tegen mij zeggen?

  • Welke bewijzen zouden ze aanvoeren om aan te tonen dat mijn gedachten niet 100% waar zijn?

  • Als ik mij niet zo voel als nu, hoe kijk ik dan anders tegen deze situatie/gebeurtenis aan? Hoe dan?

  • Is mijn perspectief nu veranderd en hoe dan?

  • Ben ik ooit eerder in deze situatie geweest? Wat dacht, voelde ik toen? Wat was toen anders? Wat heb ik daar toen van geleerd?

  • Welke dingen spreken mijn gedachten tegen, hoe klein ook?

  • Als ik vijf jaar verder ben, hoe zal ik dan tegen deze situatie/gebeurtenis aankijken?

  • Welke positieve elementen zie ik op dit moment over het hoofd?

  • Welke zijn de hardde feiten en kloppen de conclusies die ik daaruit trek?

 

Tips om te helpen tot alternatieve, meer stimulerende gedachten te komen (vraag 6)

  • Op welke manier kan ik op basis de antwoorden op vraag 4 en 5 nu deze situatie beschouwen?

  • Schrijf één zin die alle bewijzen-tegen samenvat en één zin die de bewijzen-vóór samenvat; als je nu het woordje “en” er tussen zet, kun je dan tot een evenwichtiger samenvatting komen?

  • Als ik iemand van wie ik hou hierover zou moeten adviseren, wat zou dan mijn advies zijn? Waarom?

  • Stel dat mijn automatische gedachte klopt, wat zou dan feitelijk het ergste zijn dat er zou kunnen gebeuren? Hoe realistisch is dat? Wat kan ik daarmee in positieve zin?

  • Welke andere manieren zijn er om deze situatie/gebeurtenis te beschouwen en te begrijpen?

 

Tot slot: Nelson Mandela had vier levensvragen die van invloed waren voor hem als mens en als leider. 'Wie ben ik? Waarin geloof ik? Waarvoor wil ik herinnerd worden? Wat heb ik voor mijn mensen gedaan?’

 

 

Mandela kende geen angst of misschien beter uitgedrukt, hij liet zich er niet door leiden. Angst is namelijk een slechte drijfveer. Een uitspraak van Mandela in de rechtbank voor hij naar Robbeneiland werd gebracht, en die hij herhaalde in zijn speech vlak na de vrijlating: ‘In mijn leven heb ik mezelf toegewijd aan de strijd van de Afrikaanse mensen. Ik heb gevochten tegen witte dominantie en ik heb gevochten tegen zwarte dominantie. Ik heb het ideaal van een vrije en democratische maatschappij gekoesterd, waarbinnen alle personen samenleven in harmonie en met gelijke mogelijkheden. Het is een ideaal waarvan ik hoop dat ik het in mijn leven mag bereiken. Maar als het nodig is, is het een ideaal waarvoor ik bereid ben te sterven.’

post-it-2.png

terug naar blogpagina